Vanavond drink ik geen fles cola, want deze is reeds vergeven, of, beter gezegd, reeds genomen. Ik heb mijn fles cola, met mijn geld, een paar uur geleden uit de nabijgelegen supermarkt gehaald. Helaas had ik er geen rekening mee gehouden dat er parasieten op de loer lagen die mij van deze vreugdelijke drank zouden kunnen verstoken.
De cola kostte mij negenentwintig cent, de prijs is namelijk met twee cent verlaagd en de prijs is dan ook niet hetgeen waarmee ik mee in mijn maag zit. De cola bevind zich daar overigens in zeer kleine mate, maar helaas niet de hoeveelheid die ik voor ogen had. Daarbij, had ik graag een flinke bodem cola overgelaten voor de volgende ochtend, zoals dat bij mij gebruikelijk is in de vroege ochtend. Ik was in Frankenstein aan het lezen en voor mijn gevoel had ik, op zijn Nederlands gezegd, wel een kleine beloning verdiend. Ik belichaamde die beloning in de vorm van één of meerdere slok(ken) cola. Ik interumpeerde mijn leeswerk en ik liep naar de keuken. Eenmaal in de keuken, werd mijn verwachtingspatroon, wat ik eerder had geschetst, ruw verstoord. Ik vroeg mijn jongere broertje waar de fles cola was, onderwijl ik beide koelkasten in de woonkeuken open maakte en zorgvuldig door keek. Hij zei dat deze op was, op een lacherige toon, waardoor ik aan nam dat hij een grapje maakte. Ik liep naar hem toe en zag de lege fles staan. Op dat moment drong het pas echt goed tot me door dat hij geen grapje maakte, maar de waarheid sprak en aan de lach op zijn gezicht te zien, had hij hier geen spijt van. Ik verwijtte hem dat hij had gedaan wat hij had gedaan en vervolgens schoot hij in de verdediging en verwijtte hij mij dat ik ook wat slokken had genomen. Hij was daarbij waarschijnlijk vergeten dat ik de fles cola had gekocht én gehaald. Ik moet u als lezer er misschien ook even aan herinneren dat het deze tijd van het jaar geen pretje is om buiten te komen en dat ik slechts bij hoge uitzondering een dergelijke uitstap durf te maken.
Ik bood hem aan om eenzelfde uitstap te maken als die ik eerder ondernomen had, om een dergelijke fles met zwart goud te halen, maar deze weigerde hij met een gulle lach. Zijn fiets was immers al een aantal dagen stuk en kon daardoor niet gebruikt worden. Ik bood hem daarop mijn fiets aan, maar ook deze hartelijke uitnodiging weigerde hij. Ik vroeg hem daarop, waarom hij de fles cola had opgedronken en zijn gevoel voor empathie richting mij had doorgeslikt. Hij antwoordde nonchalant dat hij ‘gewoon’ op drinkt wat er voor hem staat en dat als er geen cola in huis is, hem dat ook niet interesseert. U begrijpt als lezer waarschijnlijk wel, dat iemand die zo een lage dunk heeft van cola, godverdomme de motherfucking kankerlepra kan krijgen, wat mij betreft.
Om nog even dieper in te gaan op de kapotte fiets van de persoon in kwestie. Deze is namelijk al verscheidene dagen kapot en men is tot nog toe niet in staat geweest om deze in ordentelijke staat terug te krijgen. De fietsenmaker zit maar liefst honderdvijftig meter verderop en is niet heel moeilijk te vinden, aangezien deze zich ook op het Uilenstede terrein bevindt. Mijn jongere broertje had mij vriendelijk verzocht, middels de mobiele brief, of ik zijn fiets bij de fietsenmaker kon afleveren. Ik ben gelukkig een van de weinigen die veels te veel tijd over heeft, aangezien ik alleen maar vijf dagen in de week naar de universiteit ga, daarbij maar twaalf tot vijftien uur in de week werk en geen sociaal leven en hobby’s heb.
Mijn welgemeende condoleances voor het verlies van de, u zo dierbare, fles cola. Het stemt mij altijd droevig als ik weer eens het misbruikte en leeggezogen karkas van een, eens trotse, fles zwart goud, respectloos op de grond gegooid, vind. Heeft ie z'n fiets nu al laten maken?
BeantwoordenVerwijderen