vrijdag 21 mei 2010

Wasdom

Je moet jezelf in het zweet werken. Je rug breken. Gebogen lopen. Eelt kweken. Vuil onder je nagels verzamelen. Je met de voeten laten treden, laten beledigen, laten krenken, laten uitlachen. Ploeteren, worstelen, kruipen, op de klippen lopen. Stinken, rimpelen, rochelen, tot aan het eind van je dagen. Tot de tijd zelf is verdampt. Tot je alleen nog maar in een stoel kunt zitten en met glazige ogen voor je uit kunt kijken. Tot alles wat je niet echt nodig hebt afgebrokkeld is, weggeslagen, afgesleten. Alle pretentie, alle dwaasheid, elke zucht, en ook het lichaam; je seks, je vitaliteit, je eitjes, je zaad, en ook je daden; die dan de daden van de wereld zijn en niet meer van jouw. Wat over blijft, is een niet verder te reduceren persoon, een naakt ego, het levende beeld, waarvoor er geen scheiding meer is tussen het tijdelijke en het eeuwige, en daardoor niet meer in staat is om te sterven.

1 opmerking:

Bedankt voor uw, waarschijnlijk, zeer belangrijke bijdrage!