woensdag 16 juni 2010

Ik voel me net een salamander die de overkant moet bereiken om het paradijs te kunnen bereiken, maar tegen gehouden word door een immens brede rivier van stroop. Iedere stap die ik zet gaat moeizamer, ondanks dat ik vier poten heb en extreem flexibel ben. Ik voel me net een kikker die steeds verder wegzakt in een poel van stront en die, uiteindelijk beneden gekomen, rustig aan een eeuwige winterslaap begint. Het loert en het lonkt tegelijkertijd afgezonderd, doch excentriek aan elkaar verbonden. De toekomst, of hoe ik hem zie of zou willen zien. Ik zie de toekomst somber in, ik denk ook dat iemand die de toekomst niet somber in ziet niet goed heeft op gelet. Alles gaat naar de klote en an sich is dat wel een utopische gedachte, maar ik ga ook op den duur naar de klote. Ik zal misschien niet alles kunnen doen wat ik wil, sommige dingen moeten doen die ik niet wil en sommige dingen niet doen die ik wel moet doen en sommige dingen doen die ik niet wil doen toch doen omdat andere mensen niet willen dat ik ze wel doe en ze dan nog een keer doen en ze dan met hun gezicht op de feiten drukken. Mijn excuses aanbieden, dat heb ik wel eens gedaan, voor de dingen die ik heb gedaan waarvan andere mensen liever niet hadden dat ik ze had gedaan en dat dat dan de reden was dat ik ze toch had gedaan. Ik ga misschien daarmee stoppen. Met mijn excuses aan te bieden. De stroop aan mijn poten zijn andere mensen. Andere mensen die me zeggen dat ik sommige dingen niet mag doen ondanks dat ik ze wil doen omdat het niet mag. Anderzijds zou, als iedereen onverschillig was over wat ik doe of wat ik wil doen, de sensatie weg zijn, maar toch beschouw ik het als stront om mijn kop of als stroop aan mijn poten. Het is dan ook hypothetisch dat mensen gaan op houden met hypocriet zijn of anderen proberen hun wil op te leggen. Dat stopt nooit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor uw, waarschijnlijk, zeer belangrijke bijdrage!