maandag 21 februari 2011

De laatste paar weken bevond ik mijzelf in een existentiële crisis (Paul identificeerde het zeer accuraat aan de hand van mijn vorige post, waarvoor chapeau) en eigenlijk bevind ik mezelf daar nog steeds in. De crisis is inmiddels iets minder, maar de vraag over 'het bestaan' blijft nog in mijn hoofd klinken en zal dat nog wel even blijven doen. Het is niet de eerste keer dat ik een dergelijke crisis mee maak en dat ik mezelf lastig val met steeds dezelfde vraag en gek genoeg blijft het antwoord ook hetzelfde. Het antwoord is namelijk dat het allemaal relatief gezien helemaal niets uit maakt. Alles wat je doet is voor niets en heeft allemaal geen zin. Het enige waar je zin aan kan geven is aan een lege huls. Die lege huls is je leven. Dat klinkt misschien pessimistisch, maar dat was ik afgelopen weken dan ook wel. Ik ga me even proberen voor de geest te halen waar het vandaan komt en wat ik er aan heb proberen te doen.

Het is natuurlijk moeilijk om precies aan te wijzen waar iets eindigt en waar iets begint als het gaat om dit soort dingen. Je glijdt er een beetje in als het ware. Je leest hier en daar wat, gaat wat na denken en voor je het weet heb je het te pakken. Je voelt je een speldenkop in een altijd maar uitdijend universum en je realiseert je dat het volledig gerechtvaardigd is dat je je zo voelt, omdat het de waarheid is. Je bent niet meer dan praktisch niets en als je je eigen waarde in dit universum af leest aan de hoeveelheid mensen die er op de wereld zijn, wordt je zelfs nog minder waard.

En fin. Ik keek in eerste naar wat mij dreef. Wat zit er in mijn huls wat mij maakt tot wat ik ben. Ik ging zoeken en zoeken en ik las hier en daar wat en toen moest ik Heart of Darkness van Joseph Conrad weer eens lezen voor een bepaald vak voor mijn studie. Heart of Darkness. Ik heb het weer gelezen en zoals veel verhalen kun je het op verschillende manier interpreteren. Dit keer las ik het als volgt, en ik hoop dat jullie het hebben gelezen of Apocalypse Now hebben gezien; Marlowe is niet alleen een kolonist die Mr. Kurtz in het midden van de Congo moet gaan halen, hij is Mr. Kurtz zelf. Dit behoeft natuurlijk een beetje uitleg. Op het begin van het verhaal vertrekt Marlowe vanuit het beschaafde Engeland naar het hartje van het onbeschaafde Afrika, dit kan gelezen worden als een analogie tussen het rationele en het irrationele, ik denk niet dat dat veel uitleg behoeft. Terwijl Marlowe steeds verder vaart op de rivier, hoe dieper hij komt bij the 'Heart of Darkness'. Het hart wordt door Kurtz gepersonifieerd en door de omgeving gestalte gegeven, hoewel de jungle en zijn inwoners voor mijn interpretatie niet erg belangrijk zijn. Marlowe raakt steeds meer en meer geïnteresseerd in het karakter van Kurtz en is geobsedeerd met wat Kurtz bezielde om te doen wat hij heeft gedaan. In dit proces haalt hij spreekwoordelijk de doeken van eigen hart af, en eigenlijk van het menselijk bestaan, en komt hij tot de verschrikkelijke conclusie dat het geen zin heeft; "the horror, the horror". Ik zou er ook niet vrolijk van worden als je er midden in Afrika achter komt dat waar je het allemaal voor doet slechts een illusie is. Marlowe daarentegen trekt geen conclusies uit de woorden van Kurtz en liegt dan ook op het einde tegen de vrouw van Kurtz. Hij wilt toch blijven geloven dat zijn huls gevuld kan worden en die van anderen ook met in dit geval liefde. Het klinkt als een logisch antwoord; liefde. In ieder geval heeft Conrad zo een filosofisch thema aan weten te brengen in zijn boek, zonder dat mensen het perse door hebben, misschien had de beste man het zelf niet eens door en wilde hij gewoon een leuk verhaal schrijven, maar dat lijkt me erg stug. Het boek is niet moralistisch omdat het niet voorkauwt wat de conclusie van het verhaal moet zijn.

Er kunnen nog wat andere dingen over gezegd worden, maar daar had ik een mooi tekeningetje voor bedacht. Helaas kan ik die blijkbaar hier niet in zetten, dus zal ik die in een volgend bericht plaatsen. Ik zal het wel even uit proberen te leggen natuurlijk.

Ook al weet iemand dat er in the Heart of Darkness niets is behalve chaos zonder constructie, toch gooien we er graag een doekje over heen. Dit begint met taal. Taal is de brug en de enige brug naar rationaliteit. Taal is het alfa-systeem van kennis. Taal is een structuur dat ons in staat stelt om andere structuren te bouwen, maar dan komt de vraag; wie heeft de taal gestructureerd? Welk deel in ons 'wezen' heeft er voor gezorgd dat wij op den duur zijn gaan communiceren? Ik vermoed dat het met uitgelopen efficiency heeft te maken: we communiceerden als jagers om in groepen dieren te kunnen doden voor voedsel, toen kwamen we er wellicht achter dat je met meer mensen grotere beesten kon af maken, waar dan weer betere communicatie voor nodig was omdat we in grotere groepen gingen wonen. Hadden we opeens woorden nodig voor hut bijvoorbeeld of 'ga terug naar hut, jij hutbewoner'. Die ontwikkeling heeft uiteindelijk geleid tot wat wij rationaliteit noemen, maar is eigenlijk niets anders dan een middel om aan voedsel te komen en om voor meer nageslacht te kunnen zorgen. Zodra taal ophoud met bestaan zijn wij onze bevoorrechte positie als mensen direct kwijt en betekent dat automatisch het einde van alle kennis. Zelfs structureel nadenken is er dan niet meer bij.

Ik ga dit bericht nog uitbreiden, maar ik ben er nu heel even klaar mee. Ik denk dat als je dit hebt gelezen je voorlopig wel even zoet bent en zo niet, dan niet.

vrijdag 11 februari 2011

Helemaal niks te zeiken

Eigenlijk heb ik niets te zeiken. Ik zit op de universiteit, ik ben aantrekkelijk, ik ben jong, ik ben gezond, ik heb een knappe vriendin en toch, toch zit het soms niet lekker. Soms moet ik toch olie op het vuur gooien, de kolen weer een beetje porren en tegen de ketel schoppen, want anders gebeurt het geen waar ik het meeste vrees voor heb; al kan ik nog niet helemaal duiden wat dat dan precies is. Iemand vertelde me ooit dat hij/zij dacht, het geslacht laat ik het liefste even in het midden, dat het mijn grootste angst was dat ik een saai leven zou leiden en misschien is dat ook wel zo. Ik weet alleen niet zo zeer of het een angst dan wel een drijfveer is, hoewel die twee elkaar nog wel eens willen overlappen. In een ideale wereld zou je je leven zo interessant maken als je zelf wilt, maar dat is natuurlijk een onwaarheid. Je kunt er best wat aan doen, maar op den duur moet je toch rekening gaan houden met mensen hun emoties en die verenigen met die van jezelf. Dat hoort bij volwassen worden zou men kunnen zeggen en ik wil niet per se zeggen dat ik het daar niet mee eens ben, maar ik weet dan niet zo zeker meer of ik dan wel volwassen wil worden.

Ik weet overigens niet waar tegen ik aan het vechten ben. Mijn vriendin voelde zich eerder deze avond door mij aangevallen en dat kan ik me best voorstellen. Het was niet mijn bedoeling, maar iemand zal in het stof bijten als me iets dwars zit en dat komt er bij mij meestal niet zo makkelijk en verbloemd uit. Ik maakte me dit keer een beetje druk om sociale druk en sociale verwachtingspatronen en hoe zeer ik me daarover frustreer. Het lijkt wel alsof je hoe meer je van de norm af wilt wijken, wat ook zeker een bewuste keuze is, je je steeds meer bewust wordt van de normen. Anderen, niet iedereen natuurlijk, lijken ze als hapklare brokken in zich op te nemen, waar ik soms versteld van sta. Steeds meer constructies vouwen zich voor me open en hoewel ik eerst dacht dat dit een bevrijdende werking zou hebben kom ik er zo langzaamaan achter dat het me alleen maar meer gelegenheden geeft om me over schijnbaar onzinnige dingen druk te maken, me er over op te winden en me er om te frustreren. Te frustreren omdat je er niet bijster veel aan kan doen.

Het enige wat je dan nog rest is om bij de pakken neer te gaan zitten. Te vervallen in een algehele staat van apathie. Te vervormen in een wezen waarvan de hersenen murw zijn geslagen en nooit meer liefde noch haat zal kennen.

Die drang doet zich soms voor, maar ik hou er meestal niet van om mezelf fijn te knijpen op een dergelijke manier. Ik hang meestal een tijdje in zo'n donkere wolk waarin ik tracht alle emotie uit te schakelen en daarmee juist alleen maar negatieve emotie in mezelf op een stapel, waarna ik uiteen spat. Dat gebeurt dan meestal middels een ontzettend stomme actie, waarmee ik achteraf dan toch vaak blij mee ben. Ik ken mezelf inmiddels gelukkig een beetje en misschien kan ik zo'n dergelijke emotionele reactie uit laten blijven door mijn hoofd kaal te scheren als het buiten weer wat warmer is. Op die manier heb ik dan toch weer een beetje het idee dat ik mijn kont tegen de krib heb gegooid en ik hoop dan ook dat het me eventjes zoet houdt, maar ik weet maar nooit; want waar heb ik nou het meeste vrees voor?