woensdag 28 april 2010

Kannibalisme

Er zijn bepaalde diersoorten die elkaar op eten na het paringsritueel.

maandag 19 april 2010

Ze blijft/bleef me verbazen

Ze blijft me verbazen, dat wel, maar of dit op een positieve manier is, dat weet ik zo net nog niet. Ze vertelde me vandaag, voor de tweede keer, dat we beter vrienden konden zijn. Ik had haar hier geen aanleiding voor gegeven, althans dat denk ik ten minste. Ik heb haar geen huwelijksaanzoek gedaan midden in de collegezaal, ik heb haar niet gevraagd of we samen aan de horizon zouden verdwijnen of iets van die strekking. Het enige wat ik heb gedaan is een aantal keer met haar geslapen, lief tegen haar gedaan, wat me nu eens niet al te veel moeite kostte en verder hebben we ook nog een aantal gesprekken gehad. Ik voelde het overigens wel aan komen. Normaliter vind er regelmatig sms-verkeer tussen ons plaats, maar de afgelopen dagen had ze hier niet op gereageert. Ik dacht dat dit misschien iets te maken had met het niet functioneren van haar mobiele telefoon dan wel met het ziek zijn van haar zus. Doordat ze niet reageerde dacht ik dat er iets serieus aan de hand was met haar zus, maar dat bleek achter af wel mee te vallen volgens mij. Ik had geen zin om er verder op in te gaan, want ik ken haar zus immers niet.

Maar wat was dan precies de reden dat ze het nodig voelde om nogmaals te benadrukken dat we beter vrienden konden zijn en niet meer dan dat? Wat betekent het überhaupt om ‘gewoon’ vrienden te zijn’? Ik heb geen idee, maar het voelt voor mij behoorlijk plastisch aan, die specifieke terminologie. Ik kan me slechts beroepen op mijn vermoedens, die waarschijnlijk meer over mij zeggen, dan over haar, maar ik wil graag een gokje wagen. Ik vermoed dat ik te dicht bij haar kwam, vanuit haar perspectief dan, want ik hield mezelf al een beetje op afstand. Niet perse fysiek gezien, maar vooral mentaal. Ik dacht na de eerste keer al dat ik beter afstand kon houden, omdat ik me de eerste keer wel een beetje mee had laten slepen in lichte, euforische gevoelens, die zij in mindering bracht door te zeggen dat het niks zou worden. Die hoop had ik helemaal niet uitgesproken en ik wist helemaal niet of ik aan zoiets toe was, na die klap in mijn rooskleurige liefdesleven die ik niet zo heel lang daarvoor had meegemaakt. Het is overigens niet zo dat ik het niet leuk vind om bij haar te zijn, want ik voel me bij haar wel op mijn gemak. Ik vind het fijn om tegen haar aan te kruipen en om haar in haar hals te zoenen, maar, wie weet, misschien is dat allemaal verleden tijd. Ik weet immers niet wat vrienden met elkaar doen. Ik ben nooit zo goed geweest in het labellen van omgangsvormen tussen mensen. Ik denk dat je na lange tijd van intensieve omgang met een ander kunt zeggen dat je vrienden van elkaar bent, alleen zeggen vrienden dat meestal niet zo snel tegen elkaar. Ik vermijd de term vriend dan ook liever als ik naar iemand wil referen die zich in dezelfde ruimte bevindt. Dit gebeurd op een andere manier. Je zegt bijvoorbeeld: “ik kan jou ontzettend waarderen, weet je dat?” of iets van die strekking. Ik probeer hier geen handboek te schrijven om op genuanceerde wijze vriendschappen te polsen, maar het lijkt me duidelijk dat ik dat soort labels niet snap.

Zij heeft het vaak ook over ‘’dat was toen mijn beste vriend”, terwijl ik mezelf dan achter mijn hoofd krab en bij mezelf te rade moet gaan wie mijn beste vriend eigenlijk is. Laat staan dat ik voor mezelf kan bedenken wie mijn beste vrienden waren. Ik ga met de mensen waarmee ik vroeger veel mee om ging, nog steeds om, alleen soms minder vaak, maar dat maakt de omgang, als die weer plaats vindt, niet minder prettig. Is één van hen dan mijn beste vriend? Moet ik een selectie maken tussen al die mensen die mij aan het hart gaan om er vervolgens één van hen tot ‘mijn beste vriend’ te bombarderen. Ik denk het niet. Het is overigens niet aan mij om uit te maken of een dergelijke benaming onwenselijk is of niet. Ik kan me alleen wel erg goed voorstellen als iemand de referentie daarbij niet volledig begrijpt, omdat meerdere beste vrienden niet kunnen bestaan. Er kan er maar één de beste zijn.

Ik wil nu graag verder in gaan op de mogelijke redenen die er waren of nog steeds zijn om er vanuit te gaan dat ik haar tot mijn vriendin wilde maken. Om heel eerlijk te zijn heb ik nog nooit om verkering gevraagd, of gevraagd of iemand mijn vriendin wil zijn, het liefst laat ik zo iets in het midden, zodat ik later niet op die terminologie gepakt kan worden. Ik heb wel vriendinnen gehad, meisjes/vrouwen waarmee ik regelmatig het bed deelde en waarin we een verstandhouding hadden waarin we dingen voor elkaar deden. In dit geval heb ik ook wel het een en ander voor haar gedaan en zij ook het een en ander voor mij en daaruit kwam vervolgens de, mijns inziens, voorbarige conclusie dat ik haar als mijn vriendin wilde. Haar wilde op een determinerende, misschien zelfs beperkende, manier. Ik snak ook regelmatig naar vrijheid en in dat opzicht begrijp ik het ook wel. Zo heb ik het ooit na een dertien maand durende relatie uitgemaakt, omdat het enige wat in mijn hoofd om ging was: “kut, ik heb het nu al 1/17 van mijn leven met hetzelfde meisje.” Daarbij was ze ook erg sjagrijnig toen het op zijn eind liep, wat geen positieve bijdrage leverde aan hoe ik de relatie ervaarde. Ik zie mij zelf niet graag als een beperking, of als een blok aan iemands been en probeer dat ook niet te zijn. Misschien is het dan ook niet helemaal juist dat ik deze vraag constant aan mezelf stel, maar is het juist een uitgelezen kans om een goede vraag aan haar te stellen.

Om heel eerlijk te zijn denk ik dat dit een bewuste keuze van mij is. Ik stel de vraag niet en laat de kwestie in het midden, zodat ik er zelf invulling aan kan geven. Ik wil graag begrepen worden, maar niet als ik er zelf al te veel moeite voor moet doen. Het klikt dan blijkbaar toch niet goed genoeg, ook al voelde ik wel een echte klik tussen ons. Het levert me in zekere zin ook iets op, het geeft me ‘food for thought’ en inspiratie om over te schrijven. De laatste keer dat ik een goed gesprek met haar had en ik het idee had dat ze me echt begreep, had ik op zich wel zin om te schrijven, maar ik had geen idee waarover. Het conflict was weg en daarmee ook de spanning. Ik kan wel opschrijven dat het leuk was wat we hadden gedaan die dag en hoe goed ik me daarbij voelde, maar wie interesseert dat nou. Het wordt pas echt interessant als er een dialoog plaats vind en ik als schrijver een doel heb gevonden. Voor mij is dat doel meestal voor mezelf kunnen verduidelijken wat er allemaal in mijn hoofd speelt. Het is allemaal toch een stuk geconstrueerder op papier dan in mijn hersenpan.

Vandaag is het morgen als je begrijpt wat ik bedoel en de drang om het haar te vragen, waarom ze nou precies dacht wat ze dacht, kwam vanmorgen nog even boven. Maar dat had betekent dat ik twee lesuren op haar had moeten wachten om het ook daadwerkelijk te vragen en dat was me net even iets te veel moeite. In plaats daarvan koos ik er voor om verder onderzoek te doen naar interessante, school-gerelateerde dingen en om een stuk te gaan koersen met een goede vriend van me (hij bevindt zich op dit moment niet in dezelfde ruimte als ik, dus ik durf het aan om hem zo te noemen). Later deze middag heb ik me dus volledig gestort op mijn studie en heb ik niet echt aan haar moeten denken of over het vraagstuk wat zij op dit moment voor mij met zich mee brengt. Ik realiseer me nu wel dat ik er niet al te veel onnodige moeite in moet steken en zeker geen moeite die zich niet later uitbetaald. Ik vind dit overigens een verbluffend heldere en verstandige beslissing van mezelf die ik in tijden niet heb gemaakt. Ik ben redelijk zelfverzekerd van mezelf en ook al kan daar af en toe aan getoornd worden, zoals aan ieders zelfvertrouwen wel eens wordt geknaagd, ben ik me er nu bewust van dat het niet aan mij ligt, of aan mijn zekerheid.

Zoals ik al in eerder stukje heb gezegd, hoef ik mijn zelfvertrouwen niet te ontlenen aan anderen hun beoordeling en hopelijk jij ook niet. Het woord zegt het zelf ook al, het gaat om vertrouwen in je zelf, anderen kunnen daar invloed op uitoefenen, maar uiteindelijk ben jij degene die het geheel construeert. Als iemand dan zegt: “ik ben zeker van mezelf” en ik vraag “waarom?” waarop het antwoord dan is “omdat anderen zeggen dat ik ‘iets’ heb.” Dan krab ik mijzelf nogmaals op mijn achterhoofd en denk vervolgens “volgens mij werkte het toch niet helemaal op die manier.” Het kan misschien aan mij liggen en ik doe bij deze dan ook een beroep op jullie als lezers, waar halen jullie je zelfvertrouwen vandaan, van jezelf of ontleen je die innerlijke kracht aan anderen? Als het om weten gaat, mag je sowieso dingen van anderen aan nemen, ik schaam me daarom ook niet om dit te vragen.

Aangenomen dat het niet aan mijn zelfvertrouwen ligt, blijft er natuurlijk de vraag waar het dan wel aan ligt. Ik vermoed uiteraard dat het aan haar zelfvertrouwen ligt. Dit idee heb ik niet zo maar. Ik probeer het altijd te staven met feitjes en een (goede) argumentatie, al is het aan jou als lezer om te bepalen of je mijn argumentatie overtuigend genoeg vind, aangezien je haar kant van het verhaal niet, en waarschijnlijk nooit, te horen krijgt.

Naast het feit dat haar zelfvertrouwen niet volledig van haar zelf lijkt te zijn, lijkt het ook zo dat ze iets probeert te compenseren in haar leven. Ze heeft een plan, en ik weet niet hoe serieus ik dat plan moet nemen, om met twee vriendinnen een jaar naar Amerika te gaan en daar een hond te nemen die ze aldaar tot Lucifer dopen. Daarbij zijn ze van plan om alle drie hun naam te veranderen, voor een jaar, om vervolgens weer hun eigen naam aan te nemen. In mijn ogen is dat identiteitsverloochening. Bovendien hebben twee van de drie, waaronder zij zelf, voor zichzelf vast gesteld hoeveel mannen ze willen neuken tijdens hun snipperjaartje. Ik snap dat het heel fijn is om te verdwijnen in je eigen fantasiewereld, maar het is toch een wat extreme vorm van escapisme. Op zo’n moment komt de feminist toch een beetje bij mij naar boven en kan ik niet anders dan een scherpe psycho-analyse maken. Neem me niet kwalijk als ik verzand in retorische grappenmakerij, maar welk gat probeert ze op deze manier te vullen, het seksuele of het geestelijke? Ik heb mezelf ook wel eens ten doel gesteld om met zo veel mogelijk vrouwen naar bed te gaan als mogelijk, alleen toen ik die belofte met mezelf maakte had ik nog nooit seks gehad. Ik vind seks heel fijn, maar ik doe het toch graag op een prompte manier en zonder al te veel planning. Het maakt het hele proces wat losser en spontaner op de een of andere manier. De behoefte aan veel seks is bij mij ook weg, omdat voor mezelf niet bevestigt hoeft te worden dat ik seks kan krijgen. Ik heb natuurlijk wel een bijkomend voordeel en dat is dat ik mezelf mentaal masturbeer bij elk woord dat ik op papier zet en dat ik daardoor misschien geen realistisch beeld meer van mezelf heb.

Ik wil er als laatste nog aan toevoegen dat dit geheel totaal niet auto-biografisch is en dat de personen die ik in voorgaande tekst heb genoemd in het echt niet bestaan. Doordat het niet auto-biografisch had ik ook niet zo maar de inspiratie om er in zeer korte tijd iets meer dan 2.000 woorden aan vuil te maken. Overigens wil de verteller, en dus niet de auteur, er aan toe voegen dat het goed met me gaat en dat de zorgzame vrienden die regelmatig deze blog lezen zich geen enkele zorgen hoeven te maken, mocht dat toch gebeuren, bij voorbaat dank.

zondag 11 april 2010

Boksen!

Een verslag van de fight club night op Eurosport vanuit de huiskamer van Uilenstede 157.

Het geweld speelt mooi in op een aantal verborgen lusten die ik koester, namelijk de wil om andere mannen kapot te maken, dit om mijn concurrentie te verkleinen en om te tonen dat ik een goede, beschermende partner ben en daardoor aantrekkelijk ben voor vrouwelijke wezens. Anderzijds om door middel van een pretentieuze competitie andere bezweette lichamen te kunnen bekijken en in te spelen op mijn latente, lichte homoseksuele gevoelens.

Er lopen tussen de ronden schaars-gekleedde vrouwen rond om de pretentie te vervolmaken. Niemand zal mij of andere boksers verwijten dat ik iets te verbergen heb, want, ten eerste zal dit niet in andere mensen op komen omdat ik fysiek in goede staat ben en daarmee in staat ben om enige twijfel uit de wereld te slaan. Verder hebben anderen geen reden om te twijfelen aan mijn geaardheid. Ik sta immers niet met andere mannen te knuffelen, midden in een ring, terwijl er honderden mensen naar ons staan te kijken, te schreeuwen, op te zwepen. Ik sta immers niet te hijgen in een andere man zijn nek terwijl er miljoenen mensen vanuit hun luie stoel naar mijn lichaam, in opperste fysieke inspanning, zitten te kijken.

Het grappigste of meest ironische van dit alles is misschien nog wel dat het de bedoeling is dat ik een andere man probeer knock out te slaan, waardoor deze de perfecte prooi vormt voor een anale verkrachting. Helaas krijg ik de kans daar nooit voor, want ik bevindt me in een zaal vol met met mensen en er staan camera's op me gericht die het het mogelijk maken om het aanzicht van mijn blote, bezweette bast op een schermpje te laten verschijnen, ieder moment dat iemand zin heeft om er naar te kijken. In plaats daarvan moet ik mijn ongebluste lusten de ring uit dragen en ga ik op zoek naar mijn hoogblonde vriendin, het ultimatum van vrouwelijkheid en daarmee begrijpbaar voor mij als het gaat om het definiëren van een dé vrouw. Doordat zij aan de andere kant staat is het ook voor het publiek makkelijker te begrijpen en te scheiden en zo dragen ze zelf ook een beetje bij aan hun eigen schild voor hun latente homoseksualiteit.

Bluffen

Je komt er niet vanzelf, het word je niet aangeworpen, het komt je niet aanwaaien en het komt niet zo maar uit de lucht vallen. Je moet het zelf doen, met je eigen blote handen. Het maakt niet uit hoe je het doet, als je het maar doet, want als je het niet probeert zal het nooit lukken. Niet geschoten is altijd mis en als je vaak raak schiet, mag je daar best trots op zijn.

Ik sprak lege woorden die behoorden tot de achterklap van mijn rapportencijfermap. School refereer ik naar, of universiteit, hoe je het ook wilt noemen. Een instituut waar je iets leert, maar wat me de afgelopen jaren nog het meest heeft gechoqueerd is het feit dat er zo ontzettend veel debielen rondlopen, mensen die het voltooid deelwoord nog niet helemaal hebben gesnopen.
Mensen die niet snappen, dat je jezelf af en toe onderuit moet trappen, want ook ik, ik ben niet de beste, maar hoop toch graag akelig dichtbij te komen en dit doe ik door mezelf te blijven testen.

Voor mij is het leven een achtbaan met obstakels, een lange gang met aan de ene kant boe-roepers, met aan de andere kant de orakels. Een leven, zonder kritisch over je zelf na te denken, bestaat in mijn ogen niet en anderen interesseert het misschien ook een tiet. Hoe zij zich door het leven begeven. Als ik dan zie wat voor ontzettend kut-bestaan zij hebben, vraag ik mezelf af, wat is nu jullie uiteindelijke streven?

Misschien pretendeer ik morele superioriteit te te hebben en is er iets dat ik van mensen verwacht. Dat ze denken dat ik mijn wijsheid pacht, maar ik kreeg laatst het commentaar, met cynische ondertoon, dat ik plaats heb genomen op de troon. De troon van de alwetende en daar bevind ik me misschien ook wel, maar ik ben daarmee ook de vast-geketende.

Maar wat ik me laatst heb laten zeggen is dat je slechts rechten kunt ontlenen aan anderen en dat je eigenlijk niets meer dan gebakken lucht bent die zichzelf niet kan definiëren en dus definities van anderen niet kan weerleggen.

For love's sake

In love, self preservation does not exist. There is only the one you did not know before, but now, just as you, opens their heart like a church door. You have to give everything you have in order to live, to keep breathing, because when the other is leaving they really take your breath away. Please, listen to me when I say that a kiss will never be the last, because you have to blindly believe that once one is given it will be part of the past. Those who lie ahead of you will be a mark of your anxiety's relief, which should be, for love's sake and for those who care, not be there.

dinsdag 6 april 2010

De gevangenis

Het ruikt hier naar pindas
Ruim de boel even op
Geef eens een doekje
Je wordt in de kont geneukt
Ja echt

Arty farty party

Arty farty party

Daar was ik laatst

En toen zat me naast

Een rare jongen

vrijdag 2 april 2010

Tandje tuffen

Omdat je een motherfuckin' zak met stront bent,

Die de grenzen van zijn eigen visuele waarnemingsvermogen

nog niet zo goed kent.


Dat zei ik tegen mijn broertje toen hij vroeg

“Waarom vertelde je me niet dat ze er uitzag als een draak?”

En toen dacht ik bij mezelf dat zeg ik al zo váák.


Je moet niet altijd op mijn oordeel vertrouwen,

Want anders kom ik je bek verbouwen.

Daarna kun je jezelf niet meer onderhouden,

Want dan mag je geen vast voedsel meer eten.


Vast voedsel is wel een must

Voor mijn broertjes grote lust

Dus trok hij zijn conclusies

En nam hij afscheid van zijn illusies


Dat probleem was dan ook opgelost

Maar ik heb desondanks

Toch al zijn tanden uit zijn bek gerost

Fool

I have always been a fool of myself

Have always been full of myself

But I was a fool for you too


I did not manage to get the message across

For future love poetry

This will turn out to be a great loss


Because this is not about love

This is about leaving things be

I think we both agree

That I will no longer bother you

And that you will no longer bother me