zaterdag 28 november 2009

Dienstmededeling

Wil je op de hoogte blijven van alle spannende dingen die ik schrijf op mijn blog? Of wil je een handige toolbar waarmee je radio kunt luisteren(als je geen radio hebt), het weer kunt bekijken (als je geen raam hebt), direct kunt zien of je een nieuwe mail hebt(als je fokking lui bent) of wil je gewoon een klein pictogrammetje met mijn hoofd erop? Ga dan een stukje naar beneden bij de links en download de potpourri-toolbar. Mocht je het uiteindelijk maar kut vinden, dan kun je het altijd nog op laten rotten, maar weet wel dat als je direct rechts de alerts aanzet je altijd direct weet of ik iets nieuws heb gepost!

Wezen

Waarom zo kniezen en zo knagen?
Kun je het zonlicht
Niet langer verdragen?

Zo vervelend liggen stieren.
De ontepruimen bomen
Als heksen bezwieren.

Krioelen langs de kant.
Verbrandt, net als de duim
Van mijn ovenwant.

Een oorlogsslachtoffer wezen.
Is niet zo leuk.
Al is het nog niet,
Wetenschappelijk bewezen.

donderdag 26 november 2009

Superioriteit brengt verantwoordelijkheid

Laat de bavianenbreinen

Langzaam wegkwijnen

Door de golven in de ether

Hoe minder zij zijn

Zijn wij des te beter

Of gelooft u niet

In onze superioriteit

Wilt u nog enig respijt

Of bent u bereid toe te geven?

Je bent een superieur wezen

Leer er dan ook naar te leven

woensdag 25 november 2009

Hypocrisie

Ik hou er van om mensen neer te sabelen met woorden, ik vind een stuk nobeler dan de fysieke variant. Het is altijd makkelijk om mensen neer te sabelen die je goed kent. Hun hypocrieten kanten, die waarschijnlijk ieder mens wel heeft, komen naar de voorgrond. Ik ken mezelf als geen ander en ik heb dan ook een puntje van kritiek, die zich vooral de laatste tijd heeft gemanifesteerd.

Ik heb mezelf een tijd lang voor gehouden om niet verliefd te worden, opdat ik geen controle uit mijn handen zou moeten geven. Dit is natuurlijk niet echt iets wat je zelf in de hand hebt, maar ik had het toch min of meer met mezelf af gesproken. Ik heb die belofte gebroken, want ik ben toch een beetje verliefd geworden en ik heb nu dan ook niet langer het gevoel dat ik het 'spelletje' in de hand heb. Wellicht heb ik mijn kaarten iets te vroeg over de tafel heen geslingerd.

Nu, is dit voorgenoemde niet direct een probleem voor anderen, maar enkel voor mezelf. In die optiek is er ook niet zo veel hypocriets te bekennen. Ik ben alleen bang dat ik bevestiging nodig heb van de andere sekse, in dit geval beperkt zich tot één persoon, en dat ik iets doe wat ik iemand anders nog niet zo lang geleden kwalijk nam. Ik zal niet trachten om een wit voetje bij mijn lezers te halen door uit te leggen dat het allemaal niet mijn schuld is, wat ik natuurlijk heel goed zou kunnen met mijn retorisch verbluffende vaardigheden.

maandag 16 november 2009

Zu viel, Zu viel

Aambeien-derriesaus
Post-modernisme en Levi Strauss
Kap de heilige huisjes
Verbrandt het vaticaan en de paus

Berg al je honden
Ik ben Martin Gaus
Ik snuif aan een kattenanus
En word helemaal waus

Ik ben gekker dan Urbanus
Raak harstikke opgewonden
Van de beat van Aux raus

Ik ben kanarie kankeraar
Een brallende brandende blaar
Ik ben de schim op je ziel
Een harstochtelijke debiel

Ik maakte Einstein seniel
Waarna hij smeekte om genade
En schreeuwde: "zu viel, zu viel"

donderdag 12 november 2009

Snotje

Ik steek m'n vinger in m'n neus, en het is alsof ik in een pot pepernoten graai, ik trek er handen vol lekkers uit en strooi het rond.

Ik steek m'n vinger in m'n neus en het is alsof ik me op de rug krap; aaAAh hoger, ietsje hoger ja lekker daar God WAT HEEUURLIJK!

De binnenkant van m'n neus is als een berglandschap van rotsachtige toppen, overladen met sneeuw. Met m'n vinger schraap ik over de bergwand. Als een behendige snowboarder laat ik het ijs knarsen. Ik voel de frisse lucht diep in mijn hoofd.

Er is niemand in de kamer, ik lig hier alleen in het donker. Een geheim pleziertje als niemand kijkt, een pesterige, nasale masturbatie. Ik rol het snotje geroutineerd tussen m'n vingertoppen tot het een mooi droog brokje is, tot ik weet dat het niet langer aan m'n vingers plakt, tot ik het los kan laten. Ik concentreer me op de stilte terwijl ik mijn arm over de rand van m'n bed laat hangen. Ik laat het snotje vallen op het parket. Als een speld, maar dan doffer, ploft het snotje op het hout.

Ik houd er een echo van in m'n geest, en ik visualiseer het snotje. Het enige accent in de doodse stilte. Een rode vlek die op een zwarte achtergrond spat. Als een met militaire precisie afgeschoten, ballistische raket raakte mijn snotje doel, ik ben dolgelukkig. Ik laat in zaligheid m'n adem ontsnappen en ik lach een schaterlach, Aha haha haha haa!

Groot Spreker

Ik ben een groot spreker. Die indruk krijg ik tenminste wanneer ik in of voor een groep moet spreken. Ik neem dan het publiek aan de hand, ik maak de mensen aan het lachen. Zo vertelde ik laatst op een feestje een verhaal, waarmee ik de mensen op het puntje van hun stoel kreeg, in spanning en gretige verwachting, met hun ogen groot als schoteltjes. M’n lichaamstaal was subliem, m’n intonatie verzengend, Ik knoopte punchline aan punchline, lach aan lach en op dat soort momenten besef ik me goed, dat ik als man nooit dichter bij een meervoudig orgasme zal komen dan tijdens een dergelijke oratie. Nu bent u misschien benieuwd naar wat ik dan wel niet voor verhaal vertelde en ik zal het u zeggen waar het over ging: het was het verhaal van mijn vakantie een jaar geleden, een vakantie waarin werkelijk niets gebeurde. Als iemand anders over deze vakantie had verteld, had hij of zij waarschijnlijk genoegen genomen met een terloopse opmerking over een ‘natte boel op de camping’ tijdens de adempauze van de aan het woord zijnde spreker. Ik niet, echter, ik niet. Ik ben pas tevreden wanneer de vorige spreker overstemd is, wanneer de mensen aan m’n lippen hangen en het vorige verhaal over de beklimming van de Andes of de gijzelneming in een louche St. Petersburgse nachtclub volledig uit het korte termijn geheugen van alle aanwezigen gebannen is. Ik verving de glorieuze en onwaarschijnlijke verhalen van anderen met mijn slapstick over een natte boel op de camping.

En hier steekt het mij. Want ik vraag mij nu af hoe ik dit kan. Moet ik mijzelf een sprekerstalent toeschrijven? Of moet ik de mensen ronddom mij tot achterlijke clowns verklaren? Van dit laatste zie ik zelf dagelijks bewijs, en het aantal publicaties waaruit de stompzinnigheid van anderen overduidelijk blijkt loopt in de miljarden. Mezelf enige verhevenheid toeschrijven kan ik dan ook moeilijk verdedigen. Bovendien, ik heb altijd al een hekel aan mensen gehad. Man wat heb ik een schijthekel aan mensen, vooral die figuren die met hun argumenten te koop lopen, en maar wat brallen omdat ze daar een existentiëel recht toe hebben, van die overdreven zelfvoldane, Hollandsche types, derderangs sophisten. Maar wie ben ik dan? Ben ik een haar beter wanneer ik de stomme massa bespeel en mezelf laat meesleuren door de vluchtige roem van in ongeloof geopende muilen? De uitzichtloze hectiek van slechte retoriek, van gebral. Een wijzer man zou er om moeten lachen en er aan voorbijgaan.

zondag 8 november 2009

Ik ben verliefd, denk ik.

In de trein terug naar Amsterdam kon ik niet anticiperen wat me te wachten zou staan, toen ik het laatste stukje van mijn reis vervolmaakte op mijn fiets. Ik kan er nog niet helemaal over uit wat me nu precies is overkomen en hoe ik hier mee om moet gaan. Ik fietste door de Leyenberglaan en daar stond ze, aan de overkant van de straat en het leek even of ze naar me lachtte. Ik reed eerst een stukje door en maakte toen rechtsomkeert, want ik moest er gewoon op afstappen. Deze kans zou ik maar één keer in mijn leven krijgen en zulke kansen moet je naar mijn principes altijd aangrijpen, anders heb je er eeuwig spijt van. Ze was een beetje rood, misschien van de kou, of misschien omdat ik zo maar op haar af stapte en mijn camera pakte en haar begon te fotograferen. Mijn camera die ik toevallig die dag bij had. Ik fotografeerde haar van verscheidene kanten en het maakte niet uit welk perspectief ik koos, ze bleef er prachtig uitzien. Nadat ik mijn visuele voldoening had gekregen, kon ik het niet laten en moest ik haar even aanraken. Het interesseerde me niet wat ze er van vond, ook al zou ze tegenstribbelen, ik moest haar even aanraken. De mensen die op straat rondliepen bestonden door mijn oogkleppen allang niet meer. Ik stak mijn wijsvinger van mijn rechterhand uit en raakte haar zachtjes bij haar zij aan. Ze reageerde niet, maar deinsde ook niet terug. Ik wist niet zo goed wat ik er mee moest, maar toen ik op den duur mijn hele hand op haar achterkant had gelegd, dacht ik dat ik haar ook wel een kusje kon geven. Langzaam bewoog ik mijn hoofd naar haar toe en gaf er een klein kusje, maar ik kreeg weer geen reactie. Ik bedankte haar, dat ze er toch even voor me was en dat ik haar in haar sereenste vorm heb mogen vastleggen en ik bedankte haar wederom met een kusje.

Nu zit ik thuis en zij is daar en misschien is ze daar nog steeds. Ik heb de foto's bekeken, maar die zijn lang niet zo mooi als zij in het echt is en ik denk er over na om vanavond gewoon even terug te gaan en misschien even met haar te knuffelen. Ik denk dat ik verliefd ben en de rationaliteit, die toch redelijk overheersend is in mijn karakter, is verdwenen als sneeuw voor de zon.

Ps. wil je haar ook zien, ga dan naar: http://picasaweb.google.nl/bramboterham/Cars#5401754032699346050
of naar de Leyenberglaan in Amsterdam, Buitenveldert.

maandag 2 november 2009

Op tenen staan

Vandaag is het vijf jaar geleden dat Theo van Gogh is overleden op niet natuurlijke wijze. Hij is in zijn buik gestoken door een extremistische moslim, iemand die in de naam van zijn God een mens dood maakte. Ik vind het jammer. Messteken ruilen voor woorden. Woorden waarvoor je toch wel een schildje kunt opbouwen, wat voor messen toch iets moeilijker is. Daarbij was de buik van Theo niet echt makkelijk te missen. Net als de oren van gelovigen als het om woorden gaat, zeker als zij ze 'beledigend' vinden. Dan schijnen die oren opeens als radio-antennes te werken. Ik walg van het feit dat mensen dingen denken te kunnen rechtvaardigen met een abstract begrip. Er zijn hele politieke partijen om begonnen, maar als ik voorstel om de partij voor de liefde op te richten, zouden mensen mij raar aan kijken. Hoewel, als je er een goed verhaal aan weet te koppelen, dan moet het vast nog wel verkoopbaar zijn aan het Nederlandse volk.
Theo van Gogh is een martelaar geworden door een facet van het gedachtegoed waar hij voor stond, namelijk de vrijheid van meningsuiting. De laatste tijd is die gefocused op de islam, wat natuurlijk niet geheel onterecht is. De islam is door de politiek te knuffelbaar geworden, maar het is en blijft net als het christendom een religie, die allen op grote schaal indoctrine toepassen en homohaat trachten te verspreiden. Nu zijn christenen daar wel een beetje op terug gekomen en hanteren ze een gedoogbeleid, maar moslims zijn daar nog wat minder soepel in. Dit zijn feiten. Sommige mensen ergeren zich alleen al aan feiten en aan degene die ze presenteert. Ik ken mensen, die niet religieus zijn, die, als je ze een homo noemt, de pan uitflippen, omdat ze het idee hebben dat ze net verkracht zijn. Dit gaat mij te ver en ik vind dat niet het recht om te beledigen, maar het recht om je beledigd te voelen, ingeperkt moet worden. Dat is natuurlijk een grapje, want ik voel me elke dag beledigd door allerlei religieuze uitingen op straat, televisie en dergelijke. Ik loop toch ook niet de hele dag rond met een tekst op mijn voorhoofd waarop staat 'Evolutie über alles.' Dit zou overigens wel terecht zijn, want het is helemaal waar. Evolutie staat boven alles. Als ik een andere participant van mijn leefomgeving zou vermoorden, zodat ik meer succes zou hebben bij de andere sekse, dan heb ik meer kans om me voort te planten. Survival of the fittest. Ik kan me alleen niet voorstellen dat Mohammed B. zich bedreigd voelde door Theo van Gogh.

Om toch nog even in te spelen op de vrijheid van meningsuiting, wil ik bij deze ook nog even mijn mening uiten. Ik vind het idee dat onze wereld gecrëerd zou zijn door een man in de lucht abject en idioot. Ik vind mensen die in de naam van die onbestaande man handelen nog veel abjecter en idioter en ik vind mensen die in de naam van die onbestaande man moorden het abjectst en idiootst.