zaterdag 31 oktober 2009

Een dag uit het boek van Bram van den Reijen

Vandaag is het vrijdag dertig november tweeduizendnegen. Het is Halloween, althans dat dacht ik gisteren, toen ik dit op papier zette. Maar het was die dag vooral een kutdag. Mijn wekker ging om tien uur af, maar ik snoozede door tot even voor twaalf. De dag begon niet goed, want ik stapte met een licht gevoel van zelfwalging uit bed, omdat ik niet de ballen had om me aan mijn aanvakelijke planning te houden. Ik eet wat pannekoeken samen met de ex-vriendin waarnaast ik wakker werd. We bespreken wat we beiden die dag gaan doen en in dit gesprek besluiten we om die middag naar het museum te gaan. Het gaat om de Hermitage, een museum dat gewijdt is aan het chronologisch weergeven van de historie van de Sovjet-Unie ten tijde van het tsarenrijk.

Eerder die ochtend besteedde ik mijn vroege vrije vrijdagmiddag aan het werken aan een onderzoeksproject voor mijn studie. Ik ga een onderzoekje doen naar de bijbelse scheiding tussen het goede en het kwade die metaforisch weergegeven wordt in 'Lord of the Rings' van de heer Tolkien. Eerder wilde ik een onderzoek doen naar 'In cold blood' van Truman Capote, maar dat boek had ik nog niet gelezen en het was me niet gelukt om het in mijn handen te krijgen en daarna wilde ik het over Jonathan Swifts Gullivers Travels doen, maar die heb ik nog niet uitgelezen. Ik ben er wel mee bezig. De vroege middag begon dus al met compromissen. Ik houd niet van compromissen en ik houd vooral niet van compromissen als het uit gesproken wordt met de -s-. Die hoor je volgens mij gewoon niet uit te spreken.

Na het harde werken aan een goed uitgangspunt voor mijn onderzoek en enkele punten om mijn verhaal aan op te hangen, gingen we naar het museum. De Hermitage, die toen nog als een lichtpuntje in mijn vrije middag gold, maar waar al snel een einde aan kwam. We kwamen er aan en (gelukkig was het godverdomme gratis, omdat ik een museum jaarkaart heb) het was begeven van de Limburgers. Ik heb niks tegen Limburgers, zolang ze maar niet al te veel Limburgs praten en vooral niet in mijn buurt. Later bleek ook nog dat er in het museum geen 'echte' kunst bleek te hangen, want het is inderdaad een chronologisch verslag van de historie van de Sovjet-Unie ten tijde van het tsarenrijk en creativiteit werd daar allerminst op prijs gesteld. De jurken waren volgens een keurslijf van één of andere tsaar vervaardigd en daar kwam dus weinig creativiteit bij kijken. De schilderijen waren alleen maar portretten van tsaren of keizers of andere machthebbende personen en daar zat er maar één leuke bij. Dat was een schilderij van Napoleon waarop hij bijna wordt weergegeven als een actieheld, hoewel het wel een oud schilderij is. Napoleon was wel een bad-ass motherfucker die niet zo heel veel genade kende en dat maakt hem wel een beetje een retro actie figuur. En fin, de Hermitage was oorspronkelijk een oude-vrouwen huis en ze hebben aardig hun best gedaan om het museum en zijn stukken net zo stoffig te maken als zijn oorspronkelijke bewoners.

Mijn compagnon en ik gingen na het museum-bezoek naar de Burger King, waar ik mijn heil hoopte te vinden en mijn verdriet met een extra groot voordeel menu dacht weg te kunnen eten. Helaas, ik kreeg geen extra groot voordeel menu en mijn frietjes waren koud en het enige extraatje wat ik kreeg was de extra lange wachttijd voordat ik geholpen werd. Dit bezoek aan de Burger King had me weinig goed gedaan en ik heb dan ook besloten om de BK in de Reguliers Breestraat, die vlakbij het Rembrandtplein, van mijn lijstje van favoriete Burger Kings te halen. Anders dan de Andrélon-reclames zijn zij het niet (langer meer) waard. Na deze teleurstelling in het culinaire hart van Amsterdam en afscheid genomen te hebben van Hanneke, ging ik fotos maken op de Dam. Iets wat ik al lang niet meer had gedaan en een activiteit waar ik altijd veel plezier en voldoening uit haal. Die voldoening manifesteert zich vooral wanneer ik de fotos thuis bekijk, maar dat heb ik nog niet gedaan, dus die vreugde laat zich nog even op zich wachten.

Op mijn speurtocht naar kiekjes liep ik door de rode buurt en kwam ik Tobie tegen, wat een lichtpuntje was in mijn groezelige en zwarte middag. Tobie is een baken van optimisme, wat ik overigens meestal ook ben en hij hielp me er dan ook weer een beetje boven op. Ik ging even later naar huis en beleefde daar een avond die verder niet heel veel bijdraagt aan de rest van dit verhaal, daar was het namelijk toch net iets te leuk voor en ik zat toen net lekker in mijn sjagrijnige bui.

Pas toen ik ging slapen kwam het weer een beetje tot zijn recht. Ik vind het lekker om met een muziekje te gaan slapen en dacht bij mezelf vanavond doe ik eens een ander muziekje. Ik zette St. Germain op in plaats van Four tet, wat na nog geen tien minuten een foute keuze bleek te zijn. St. Germain lijkt toch net iets te veel op jazz en daar krijg ik hoofdpijn van.


Weltrusten.

1 opmerking:

  1. Ik eet wat pannekoeken same met de ex-vriendin waarnaast ik wakker werd.

    Interesting sentence.

    BeantwoordenVerwijderen

Bedankt voor uw, waarschijnlijk, zeer belangrijke bijdrage!