Hij blies de kaars met één grote ademteug uit. ‘Tijd om te gaan’ zei hij. Ik vroeg me af waar we ook alweer naartoe zouden gaan. Ik was ietwat angstig om het hem ook daadwerkelijk te vragen, aan gezien hij me er al meerdere malen van beticht had dat ik een brein als ‘geitenkaas’ zou hebben. ‘Je moet kappen met die troep’ zei hij dan altijd. Iets waar ik normaliter schouderophalend op zou reageren, maar als hij het zei, deed het met ook echt wat. Ook al had hij dat niet door en dat maakte het misschien alleen maar erger.
‘Kom je nog’ riep hij vanuit de deurpost en ik keek verschrikt naar hem op. Ik knikte van ja en ik pakte mijn jas en mijn tas op, klaar om naar bestemming onbekend te vertrekken. Oop straat slenterde ik achter hem aan en ondanks mijn continue tempoverhogingen, bleef de meter afstand tussen hem en mij, strak bewaard.
We gingen ergens een zaakje binnen, om vermoedelijk een uur of één en we namen plaats aan een tafeltje voor twee. Hij schreeuwde iets naar de getinte man achter de balie en vijf minuten later had ik een broodje shoarma voor mijn neus staan. Ik at het, gedeeltelijk , op en liet vervolgens een klein boertje. Deze was veroorzaakt door door de goedkope cola die ik bij mijn broodje had gedronken. De man die andere kant van de tafel zat keek op. Hij lachte vriendelijk naar me, wat voor het eerst was deze avond. Ik liet nog een boer, maar dit keer wat harder. ‘Pardon’ zei ik. ‘Wat voor zin heeft het om pardon te zeggen als geen moeite doet om hem niet te laten?’ vroeg hij me. ‘Formaliteiten’ zei ik. Waarop het vijf seconden stil bleef en wij elkaar strak in de ogen aankeken. De stilte werd doorbroken door de hardste boer ooit te hore gebracht, waarbij het pitoreske shoarmazaakje op zijn grondvesten trilde. De getinte man achter de balie deinsde achteruit en keek angstig van mij naar hem en heen en weer. ‘Pardon’ zei mijn tafelpartner in een bescheiden boervorm. Hij barste in een schaterlachen uit. Ik volged kort daarna. We stonden op, sprongen in rondjes naast de tafel en voerden een pseudo-russisch volksdansje uit. De getinte man stond inmiddels niet meer achter de balien en schreeuwde dreigend iets in een onverstaanbaar taaltje, terwijl hij zijn wijsvinger op ons richtte. De sfeer sloeg om.
We staakten ons dansje en we waren gefrustreerd dat iemand ons feeste verstoord had. Mijn danspartner stapte op de balie en schreeuwde luidkeels: ‘Godverdomme’. Dit was voor mij het signaal om mijn partner in crime een barkruk aan te geven. Hij pakte deze gretig aan en hij zag, net als ik, in wat voor mogelijkheden dit bood om dood en destructie te zaaien. Hij bevestigde onze eensgezinsheid door de barkruk rakelings langs de, nu voor zijn leven vrezende, man te gooien. De man vluchtte zijn zaakje uit, zodat we eindelijk vrij spel hadden. De sfeer zat er weer goed in.
In een nietsonzienende raas, wat nog het meest weg hade van een tazmaanse tornado lieten wij in slechts vijf minuten een pad van destructie achter ons. We maakten ons vervolgens snel uit de voeten. Noch van de politie, noch van de shoarma-uitbater hebben we sindsdien iets vernomen, tot een maand na dato. Het zaakje was gerenoveerd en vernieuwd en wij hadden wederom een geslaagde avond.
Dus wat hebben we vandaag geleerd....? Drink cola als je wat gaat eten in een shoarma-'restaurant', want je weet nooit wat er kan gebeuren, dus neem je liever het recht in eigen hand, of laat je liever niets aan het toeval over, of speel je op zeker, of je gaat gewoon naar de Burger King!
heeeey die ken ik ergens van!
BeantwoordenVerwijderenJa, ik heb het geschreven en ik spreek je weleens, ook naast dit medium alszijnde een blog.
BeantwoordenVerwijderen